desa

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een desa in het onderdistrict Cicalengka
Uitspraak
Woordafbreking
  • de·sa
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘gemeente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1859 [1]
  • van Javaans desa [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord desa desa's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desa v/m

  1. (aardrijkskunde) kleine nederzetting en bestuurseenheid op het Indonesische platteland
    • Volgens haar hebben met de ‘herendiensten’ de problemen hun intrede gedaan in de desa, die traditioneel was ingesteld op zelfverzorging. [4]
Schrijfwijzen
  • dessa (tot 1996 toegelaten alternatief in de officiële spelling)

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
7 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Indonesisch

Woordafbreking
  • de·sa
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

desa

  1. dorp, desa