deputaat
Uiterlijk
- de·pu·taat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deputaat | deputaten |
verkleinwoord | deputaatje | deputaatjes |
de deputaat m
- (religie) afgevaardigde in de protestantste kerk
- afgevaardigde van een commissie of vereniging
- Het woord deputaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deputaat" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be