Naar inhoud springen

afgevaardigde

Uit WikiWoordenboek
  • af·ge·vaar·dig·de
enkelvoud meervoud
naamwoord afgevaardigde afgevaardigden
verkleinwoord - -

deafgevaardigdev/m

  1. iemand die verkozen of aangewezen is een groep of gebied in een vergadering te vertegenwoordigen
    • Hij is de afgevaardigde van de minister. 
     Als vergelding vermoordden zijn kameraden de monarchistische afgevaardigde van het land, een prominente conservatief.[2]
vervoeging van: afvaardigen…
verbogen vorm: afgevaardigdee

afgevaardigde

  1. verbogen vorm van afgevaardigd, voltooid deelwoord van afvaardigen
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]
  1. afgevaardigde op website: Etymologiebank.nl
  2. Jessie Burton (vert.Marja Borg)
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be