delegatieleider

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·le·ga·tie·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord delegatieleider delegatieleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de delegatieleiderm

  1. persoon die een afvaardiging leidt
     De delegatie van de Syrische regering eist nu dat de oppositieleden in Genève de aanslag veroordelen, anders worden ze beschouwd als terroristen. De leider van de regeringsdelegatie heeft die eis overgebracht aan de VN-gezant in Genève. "We hebben De Mistura verteld dat we niet kunnen praten met mensen die het terrorisme niet veroordelen", zei de delegatieleider.[1]
     De SP stelt voor de vergoedingen voor europarlementariërs te halveren en ex-PVV-lid Daniël van der Stoep vindt het onbegrijpelijk dat de PVV gaat samenwerken met holocaust-ontkenners. Van der Stoep gaat met een eigen partij de verkiezingen in, met als inzet dat Nederland uit de EU gaat. CDA-delegatieleider Wim van de Camp waarschuwt dat uittreden uit EU een ramp zou zijn voor Nederland. Een debat vanuit Straatsburg over dure dienstauto's, royale vergoedingen en samenwerking anti-EU partijen.[2]
  2. leider van een fractie in de volksvertegenwoordiging
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Aanslag Homs bemoeilijkt Syrisch vredesoverleg in Genève” (Zaterdag 25 februari 2017, 22:04), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Debat: zin en onzin Europees Parlement” (Dinsdag 10 september 2013, 15:23), NOS