dekram

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dek·ram
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dekram dekrammen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dekramm

  1. mannelijk schaap dat gebruikt wordt voor het dekken van ooien
     In Uddel zijn vanmorgen weer twee dode schapen gevonden, een dekram en een ooi. Taxateur Karel Verplak is gebeld om voor Bij12 te kijken of de schapenhouder recht heeft op een vergoeding. "Er is flink huisgehouden. Er is een poot afgetrokken, ingewanden eruit. Aan de ribbenkast is gevreten. Dat is duidelijk het werk van een wolf."[1]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2024 Weblink bron “Onrust onder dierenhouders Elspeet om dode schapen, 'dit is niet houdbaar'” (Zaterdag 16 september 2023, 14:14), NOS