dekbord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dek·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dek zn en bord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekbord | dekborden |
verkleinwoord | dekbordje | dekbordjes |
Zelfstandig naamwoord
het dekbord o
- eetbord waarmee men de tafel dekt
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dekbord" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be