decrescendo
Uiterlijk
- Geluid: decrescendo (hulp, bestand)
- de·cres·cen·do
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘afnemend in sterkte’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
- afgeleid van crescendo met het voorvoegsel de- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | decrescendo | decrescendo's |
verkleinwoord | - | - |
het decrescendo o
decrescendo [3]
- (muziek) in afnemende sterkte
- Het woord decrescendo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decrescendo" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "decrescendo" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ decrescendo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel de- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 76 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %