decompliceren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·com·pli·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van compliceren met het voorvoegsel de-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
decompliceren |
decompliceerde |
gedecompliceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
decompliceren
- overgankelijk minder ingewikkeld maken
- Een kwestie van decompliceren.
Antoniemen
Vertalingen
1. minder ingewikkeld maken
Gangbaarheid
- Het woord 'decompliceren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel de- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal