decemberavond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cem·ber·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord decemberavond decemberavonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de decemberavondm

  1. een (lange, donkere, koude) avond in de maand december
     Op een koude decemberavond zaten Imke en hij bij de kachel. Ze kropen er haast in omdat de wind de kou door het glas van het raam blies. Hun benen bevonden zich dicht bij elkaar en al wist hij dat hij zijn stoel terug zou moeten schuiven, hij kon geen weerstand bieden aan het gevoel van haar warme knie tegen d[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132