decaer
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ca·er
Werkwoord
decaer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
decaer |
decaía |
decaído |
volledig |
- onovergankelijk achteruitgaan, aftakelen, verloederen
- (scheepvaart) verlijeren, van de koers afraken
Synoniemen
- [1] envejecer
Verwijzingen
- decaer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española