debiet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·biet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afzet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1735 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | debiet | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
debiet o
- afzet van waren
- (natuurkunde) de hoeveelheid doorstromend medium (vloeistof of gas) in m3 per seconde
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord debiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "debiet" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.