Naar inhoud springen

dagverblijf

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 14:43 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagverblijf dagverblijven
verkleinwoord dagverblijfje dagverblijfjes

Zelfstandig naamwoord

dagverblijf o [1]

  1. ruimte waar mensen of dieren overdag kunnen verblijven
  2. plaats waar kinderen, gehandicapten of ouderen overdag verzorgd en begeleid worden
Hyponiemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen