dagschoot
Uiterlijk
- dag·schoot
- samenstelling van dag zn en schoot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagschoot | dagschoten |
verkleinwoord | - | - |
- Het deel van het slot dat je met de deurkruk, een draaiknop of een sleutel kan bewegen. Dit onderdeel heeft een schuine zijde waardoor de deur soepel kan sluiten
- Het woord dagschoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.