daechlicher
Uiterlijk
- daech·li·cher
- Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -lich en met uitgang -er
daechlicher
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van daechlich
daechlicher
daechlicher
- onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van daechlich