dañar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- da·ñar
Werkwoord
dañar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dañar |
dañaba |
dañado |
volledig |
- beschadigen, schaden, schade berokkenen, benadelen
- bederven
Synoniemen
- [1] estropear, deteriorar, averiar