cultuurwereld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cul·tuur·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cultuurwereld | cultuurwerelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) alles en iedereen die betrokken is bij de de kunst en andere cultuuruitingen
- ▸ De verhoging van de btw op cultuurtickets wordt teruggedraaid. Die verhoging zorgde voor veel ophef en verzet in de cultuurwereld. Maar na een half jaar uitstel werd het wel ingevoerd om nu dus weer te sneuvelen. De tickets worden dus weer goedkoper[2]
- de beschaafde wereld
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord cultuurwereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “De 'pluspunten' van het akkoord” (Woensdag 9 mei 2012, 14:30), NOS