cultuurbegroting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·be·gro·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurbegroting cultuurbegrotingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cultuurbegrotingv

  1. geld dat in een overheidsbegroting beschikbaar is voor kunstsubsidies
     De extra miljoenen gaan niet ten koste van de cultuurbegroting, zeggen VVD, CDA en PVV. Waar het geld wel vandaan komt, is nog niet duidelijk.[1]
     Oud-president Venetiaan kwam met het plan tijdens de behandeling van de cultuurbegroting in de Nationale Assemblee. Hij vindt het verkeerd dat het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo wordt gebruikt voor de sinterklaasviering.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Aantal kunstgezelschappen gespaard” (Zondag 26 juni 2011, 22:03), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Surinaams parlement wil af van Sint” (Vrijdag 23 december 2011, 08:40), NOS