controleafspraak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tro·le·af·spraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord controleafspraak controleafspraken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de controleafspraakv / m

  1. (medisch) bezoek aan een arts of verpleegkundige om het beloop van een aandoening of behandeling te beoordelen en te bespreken
    • Elke patiënt die met een Hyacorp-product is behandeld, krijgt binnenkort een oproep van zijn arts voor een controleafspraak. Ten Dolle: 'Ook als iemand geen last heeft gehad van complicaties. We willen iedereen nog een jaar lang in de gaten houden. In theorie zouden er ook nog nieuwe klachten kunnen ontstaan." [1] 
    • Het gaat om mensen die een controleafspraak hadden. Zij kunnen ervoor kiezen om op een later moment naar het Ruwaard Ziekenhuis te gaan, hoewel het niet duidelijk is wanneer de poliklinieken in Spijkenisse, Hellevoetsluis, Rozenburg en Hoogvliet weer opengaan. Ook kunnen ze naar een ander ziekenhuis, maar daar bestaan regelmatig wachtlijsten voor de afdeling cardiologie. [2] 
    • Dinsdag had de Enschedeër een controleafspraak met een oogarts. "Hij heeft me uitgelegd dat er een spier in mijn ooglid is uitgerekt. Bij de operatie (na de zomervakantie -red.) zal die spier worden ingekort en daarna zal het ooglid weer functioneren", zegt Dias hoopvol. Het is een beetje positief nieuws in het verder dramatische verhaal waarin hij verzeild is geraakt. [3] 

Gangbaarheid


Verwijzingen