contractering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·trac·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van contracteren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contractering | contracteringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de contractering v
- (economie) het aangaan van een economische relatie d.m.v. een schriftelijke overeenkomst
- ▸ Veel zorgverleners – artsen, apothekers, tandartsen – zijn sterk tegen de plannen van Schippers, omdat zorgverzekeraars in hun ogen onvoldoende in staat zijn om te beoordelen wat kwaliteitszorg is. Zij zijn bang dat de prijs van de zorg leidend wordt bij contractering in plaats van de kwaliteit.[1]
- ▸ Daarnaast wil Van Rijn samen met minister Asscher van Sociale Zaken zo snel mogelijk afspraken maken met gemeentes over de contractering in 2015.[2]
Gangbaarheid
- Het woord contractering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Verzet tegen inperking vrije artsenkeuze” (07-12-2014), NOS
- ↑ Weblink bron “Van Rijn: minder ontslagen in zorg” (15-06-2014), NOS