contractering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·trac·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractering contracteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contracteringv

  1. (economie) het aangaan van een economische relatie d.m.v. een schriftelijke overeenkomst
     Veel zorgverleners – artsen, apothekers, tandartsen – zijn sterk tegen de plannen van Schippers, omdat zorgverzekeraars in hun ogen onvoldoende in staat zijn om te beoordelen wat kwaliteitszorg is. Zij zijn bang dat de prijs van de zorg leidend wordt bij contractering in plaats van de kwaliteit.[1]
     Daarnaast wil Van Rijn samen met minister Asscher van Sociale Zaken zo snel mogelijk afspraken maken met gemeentes over de contractering in 2015.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 november 2021 Weblink bron “Verzet tegen inperking vrije artsenkeuze” (07-12-2014), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 november 2021 Weblink bron “Van Rijn: minder ontslagen in zorg” (15-06-2014), NOS