continuer
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·ti·nu·er
Bijvoeglijk naamwoord
continuer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van continu
Frans
Uitspraak
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
continuer |
continuais |
continué |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
continuer