condoommoeheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: condoommoeheid (hulp, bestand)
- IPA: / kɔnˈdomuhɛit / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- con·doom·moe·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van condoom zn en moeheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | condoommoeheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- verlangen om weer seks zonder kapotje te hebben
- ▸ Het verlangen naar onveilige seks, is volgens een eigenaar van een homosauna in de hoofdstad het gevolg van "condoommoeheid". In zijn zaak circuleren tegenwoordig geen condooms meer. "De stemming is er beter op geworden, het is alsof er een zucht van verlichting wordt geslaakt." Homoseksuelen zijn het zat altijd maar te worden gewezen op de risico 's, ze hebben genoeg van de goedbedoelde stapel folders-met-gratis-rubbertje op de bar van een gayclub en willen niet langer aan de dood moeten denken wanneer ze de liefde bedrijven.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord condoommoeheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Aranka Klomp“Verlangen naar zorgeloze liefde” (25 november 1999) op nrc.nl