commissariaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·mis·sa·ri·aat
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van commissaris (met het voorvoegsel com-) met het achtervoegsel -aat [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | commissariaat | commissariaten |
verkleinwoord | commissariaatje | commissariaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het commissariaat o
- ambt van commissaris
- (economie) oud-politici scoren graag een aantal commissariaten (goed voor een beloning van 260 tot 960 euro per uur)
- bureau van een commissaris
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord commissariaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "commissariaat" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ commissariaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel com- in het Nederlands
- Achtervoegsel -aat in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %