coassistente
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·as·sis·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van coassistent met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coassistente | coassistentes |
verkleinwoord | coassistentetje | coassistentetjes |
Zelfstandig naamwoord
de coassistente v
- (beroep) een vrouwelijke coassistent
Gangbaarheid
- Het woord 'coassistente' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.