coassistent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coassistent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·as·sis·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coassistent | coassistenten |
verkleinwoord | coassistentje | coassistentjes |
Zelfstandig naamwoord
de coassistent m
- (beroep) een student geneeskunde die stage loopt in een ziekenhuis
- Raadsel: "Het is wit en het loopt in de weg". Antwoord: een coassistent
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord coassistent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coassistent" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be