clusteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- clus·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
clusteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
clusteren |
clusterde |
geclusterd |
zwak -d | volledig |
- verschillende objecten samenvoegen in één of meer groepen
- Volgens de ambtenaren is het ook een goed idee als de mensen die in de zaal zaten, samen een lijst vormen voor een gebied. Clusteren van individuele burgers als oplossing voor het ellenlange stembiljet dat ontstaat door mensen zoals ik, die zich persoonlijk kandidaat willen stellen. [1]
- Bij grotere scholenkoepels kun je dezelfde taken clusteren en hen ook bij het praktijkonderwijs betrekken. Dat is leuk voor leerlingen, want ze krijgen input uit de praktijk van mensen met connecties. [2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord clusteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "clusteren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool H. van Dijk & L. van de Kamp 20 december 2017 'Gemeente wekt vals vertrouwen dat burgers invloed hebben'
- ↑ Tubantia W. Boonstra 24 december 2017, Overstap naar onderwijs valt zij-instromer vaak tegen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %