clubhistorie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·his·to·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubhistorie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clubhistoriev

  1. (sport) de geschiedenis van een sportclub
     Eintracht Frankfurt heeft z'n eerste Europese hoofdprijs uit de clubhistorie te pakken. In het bloedhete Estadio Ramón Sánchez Pizjuán in Sevilla was de Duitse middenmoter in de finale van de Europa League Rangers FC, de ploeg van manager Giovanni van Bronckhorst, na strafschoppen de baas.[1]
     Slot richtte zich al op de wedstrijd tegen PSV, nadat hij de groep na afloop had gefeliciteerd met het bereiken van de vierde Europese finale in de clubhistorie.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Frankfurt wint na strafschoppenserie Europa League-finale” (Donderdag 19 mei 2022, 00:04), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Feyenoord overtreft alle verwachtingen: 'Het is nog niet volledig ingedaald'” (Vrijdag 6 mei 2022, 00:24), NOS