chipsector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chip·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chipsector chipsectors
chipsectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chipsectorm

  1. bedrijfstak die computerchips ontwerpt, maakt en verkoopt
     The Wall Street Journal meldde eind maart dat Biden kan rekenen op steun van zowel Republikeinen als Democraten voor het plan. Men vreest achter te gaan lopen doordat China grotere investeringen doet in zijn eigen chipsector. Al vinden sommigen het geen goed idee om de industrie te subsidiëren[1]
     Uiteindelijk is het de vraag of Brussel en de industrie elkaar kunnen vinden. De ambitie moet wel worden gesteund door de industrie, zegt een ingewijde uit de chipsector. Of dat zo is, moet de komende jaren blijken.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Auto- en techsector spreken met Witte Huis over tekort computerchips” (Maandag 12 april 2021, 18:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron
    Aïda Brands en Nando Kasteleijn
    “Europa mengt zich in strijd om krachtige computerchips, maakt het kans?” (Zaterdag 10 april 2021, 17:04), NOS