chipmarkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chip·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chipmarkt chipmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chipmarktv / m

  1. (economie) de vraag en het aanbod van geïntegreerde elektronische schakelingen
     De chiptekorten spelen heel breed, ook makers van consumentenelektronica en witgoed ondervinden er hinder van. Zij vertegenwoordigen daarnaast een veel groter deel van de markt. De autobranche is volgens accountantskantoor KPMG goed voor zo'n tien procent van de chipmarkt, maar lijdt wel de meeste schade: zo'n 80 procent van de totale gemiste inkomsten (in totaal 125 miljard dollar) door het chiptekort.[1]
     "Het is heel gebruikelijk in de chipmarkt om juridische procedures aan te spannen en dat kan ook heel lang duren", zegt hoogleraar Volberda. "Maar beide partijen hebben belang bij een snelle oplossing, dus het is ook goed mogelijk dat hun advocaten uiteindelijk tot een schikking komen."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Chiptekort houdt autosector nog in z'n greep, dieptepunt lijkt wel voorbij” (Donderdag 29 juli 2021, 11:30), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Apple en Qualcomm vechten strijd over miljarden dollars uit in rechtbank” (Dinsdag 16 april 2019, 14:38), NOS