chòler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chò·ler
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Antiliaans-Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chòler | chòlers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die verslaafd is aan verdovende middelen
Synoniemen
- drugsverslaafde, junkie, junk
- Het woord chòler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.