drugsverslaafde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  drugsverslaafde    (hulp, bestand)
• IPA: /'drɵksfər'slaːfdə

Woordafbreking

• drugs·ver·slaaf·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  drug  en  verslaafde  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	drugsverslaafde	drugsverslaafden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

drugsverslaafde m

1. iemand die verslaafd is aan drugs

Synoniemen

• drugverslaafde, drugsaddict

Afgeleide begrippen

• harddrugsverslaafde

Vertalingen

    1. Verslaafd persoon   

Afrikaans: dwelmverslaafde (af), dwelmslaaf (af) (slang) Deens: narkoman (da) g Duits: Drogensüchtiger (de) m, Drogenabhängiger (de) m, Junkie (de) m (slang) Engels: drug addict (en), junkie (en) (slang)

Frans: toxicomane (fr) m, drogué (fr) m, accro (fr) m/v Papiaments: drogadikto Spaans: drogadicto (es) m, toxicómano (es) m Zweeds: narkoman (sv) g

Bijvoeglijk naamwoord

drugsverslaafde

1. verbogen vorm van de stellende trap van drugsverslaafd

Gangbaarheid

• Het woord drugsverslaafde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drugsverslaafde" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.