celtype

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  celtype    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cel·ty·pe

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  cel  en  type 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	celtype	celtypes celtypen
verkleinwoord	celtypetje	celtypetjes

Zelfstandig naamwoord

celtype o

1. soort van lichaamscel

   • In de lever zitten verschillende celtypes. 

2. soort van gevangeniscel

   • De twee boeven verbleven in een celtype dat geschikt is voor twee gevangenen. 

Gangbaarheid

• Het woord celtype staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "celtype" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.