carnavalsclub

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

carnavalsclub
Uitspraak
Woordafbreking
  • car·na·vals·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalsclub carnavalsclubs
verkleinwoord carnavalsclubje carnavalsclubjes

Zelfstandig naamwoord

de carnavalsclubm

  1. vereniging die een carvavalsfeest organiseert
     De festiviteiten op de eerste dag van het carnavalsseizoen in Den Bosch gaan dit jaar niet door. Dat heeft de Bossche carnavalsclub vanavond bekendgemaakt.[1]
     Paus Bert-Janus presenteerde zich dinsdagmorgen namens de Oldenzaalse carnavalsclub De Geetling'n als allerlaatste hoogheid van het Oldenzaalse carnaval.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Elfde van de elfde in Den Bosch afgelast vanwege corona” (Dinsdag 25 augustus 2020, 23:21), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Bert Holst
    “Paus Bertjanus hoogheid van Oldenzaalse Geetling’n” (21-02-2023), Tubantia