campingtafel
Uiterlijk
- cam·ping·ta·fel
- samenstelling van camping zn en tafel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | campingtafel | campingtafels |
verkleinwoord | campingtafeltje | campingtafeltjes |
- opklapbare tafel die gebruikt wordt tijdens het kamperen
- ▸ Ze zitten voor de bouwkeet rond de campingtafel, met een hele batterij bierflesjes en een gezinsfles Nordhàuser Doppelkorn tussen zich in.[1]
- Het woord 'campingtafel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186