callcentermedewerker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • call·cen·ter·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord callcentermedewerker callcentermedewerkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de callcentermedewerkerm

  1. (beroep) iemand die werkt op een belcentrum of belbureau
     "Ik heb stomme en domme dingen gedaan, maar ik was me er niet van bewust dat het heel ernstig was", zei een 21-jarige callcentermedewerker uit Heiloo. Het nieuws dat meerdere GGD-medewerkers de gegevens van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb hadden bekeken, wekte zijn nieuwsgierigheid. "Toen drong pas tot me door dat je zomaar mensen kon opzoeken."[1]
     De reisorganisaties vinden dat Schiphol slecht heeft gecommuniceerd rond de storing en willen daarover met de luchthaven in gesprek. "Met alle moderne middelen kun je beter met klanten communiceren dan nu is gebeurd", zegt Oostdam. "Ook reisorganisaties werd niets verteld. Je zal maar callcentermedewerker zijn, dan heb je geen leuke dagen gehad."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Verdachten datadiefstal GGD: 'Niet van bewust dat het heel ernstig was'” (Dinsdag 4 mei 2021, 12:58), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Reisorganisaties bereiden claims voor vanwege Schiphol-storing” (Vrijdag 26 juli 2019, 08:25), NOS