cafégedeelte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·fé·ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cafégedeelte cafégedeelten
cafégedeelten
verkleinwoord cafégedeeltetje cafégedeeltetjes

Zelfstandig naamwoord

het cafégedeelteo

  1. het deel van een horecagelegenheid dat wordt gebruikt als café
     Toch ziet Van der Leij ook een kleine keerzijde. "Andere jaren heb ik ook veel gasten die in de bouw werken. Die slapen niet alleen hier, maar eten en drinken hier ook. De hotelgasten van nu gaan vooral in de stad eten. Dus ik heb wel meer klandizie, maar aan het restaurant- en cafégedeelte verdien ik minder."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Vincent Smit
    “Leeuwarden heeft veel baat bij titel Culturele Hoofdstad” (Zaterdag 11 augustus 2018, 06:00), NOS