cafégedeelte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·fé·ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van café zn en gedeelte zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cafégedeelte | cafégedeelten cafégedeelten |
verkleinwoord | cafégedeeltetje | cafégedeeltetjes |
Zelfstandig naamwoord
het cafégedeelte o
- het deel van een horecagelegenheid dat wordt gebruikt als café
- ▸ Toch ziet Van der Leij ook een kleine keerzijde. "Andere jaren heb ik ook veel gasten die in de bouw werken. Die slapen niet alleen hier, maar eten en drinken hier ook. De hotelgasten van nu gaan vooral in de stad eten. Dus ik heb wel meer klandizie, maar aan het restaurant- en cafégedeelte verdien ik minder."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'cafégedeelte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Vincent Smit“Leeuwarden heeft veel baat bij titel Culturele Hoofdstad” (Zaterdag 11 augustus 2018, 06:00), NOS