cache-cache
Uiterlijk
- Geluid: cache-cache (hulp, bestand)
- IPA: /kaʃ.kaʃ/
- Verdubbelingsvorm van cache (een gebiedende wijsvorm van het werkwoord cacher “verbergen”), in de betekenis van ‘spel waarbij iemand zich verstopt’ voor het eerst aangetroffen in 1778. [1]
cache-cache m
- (spel) verstoppertje, een kinderspel waar één speler de andere kinderen moet zoeken die zich verborgen hebben
- ↑ cache-cache (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .