buurtwacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buurtwacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- buurt·wacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en wacht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtwacht | buurtwachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buurtwacht m
- persoon die de wachthoudt in een bepaalde wijk
- ▸ Trayvon werd eind februari doodgeschoten in de buurt van Orlando in Florida. De buurtwacht die hem doodde had eerder gemeld dat de jongen van 17 zich verdacht gedroeg, al is niet duidelijk wat de ongewapende Martin zou hebben misdaan.[1]
Synoniemen
- organisatie die de wachthoudt in een bepaalde wijk
Gangbaarheid
- Het woord buurtwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Obama ziet in Trayvon eigen zoon” (Vrijdag 23 maart 2012, 19:50), NOS