buurtverbod

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtverbod buurtverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het buurtverbodo

  1. een dwingend gebod om zich niet in een bepaald gebied op te houden
     In zijn 12 jaar als Kamerlid deed hij veel ervaring op op beleidsterreinen als verkeer, ruimtelijke ordening, financiën, veiligheid, integratie, jeugdzorg en onderwijs. Dijsselbloem behoort tot de rechtervleugel van zijn partij. Zo pleitte hij voor een buurtverbod voor Marokkaanse probleemjongeren.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Wie is Jeroen Dijsselbloem?” (Maandag 21 januari 2013, 22:08), NOS