buurtpreventieproject

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  buurtpreventieproject    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• buurt·pre·ven·tie·pro·ject

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  buurt zn,   preventie zn  en  project zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	buurtpreventieproject	buurtpreventieprojecten
verkleinwoord	buurtpreventieprojectje	buurtpreventieprojectjes

Zelfstandig naamwoord

het buurtpreventieproject o

1. activiteiten die erop gericht zijn om de criminaliteit in een buurt te verminderen

   ▸ Het werk in de gemeenteraad was voor hem niet meer te combineren met zijn andere bezigheden. "Ik werk fulltime bij de Koninklijke Marechaussee en daarnaast ben ik coördinator buurtpreventieproject. Bovendien vinden mijn vriendin, familie en vrienden het fijn als ik af ten toe thuis ben."

   ▸ Van de 84.000 adressen in Breda zijn er ongeveer 15.000 betrokken bij het Bredase buurtpreventieproject. De wijk Ruitersbos, waar dus particuliere beveiligers rondlopen, hoort daar niet bij.

Gangbaarheid

• Het woord 'buurtpreventieproject' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.