buurtapp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[[afbeelding: |thumb|]]

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·app
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtapp buurtapps
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buurtappv / m

  1. appgroep voor buurtbewoners
     "Ik ben alleenstaand, inmiddels 61 jaar oud en ik heb geen kinderen", vertelt Jos Smits uit Rosmalen. Hij is erg enthousiast over de zogenoemde buurtapp die hij op zijn telefoon heeft staan. "Tegenwoordig kijk ik wat verder dan alleen het werk en met de app kan ik daar invulling aan geven."[1]
     Buurtpreventie is inmiddels een welbekend begrip in de Nederlandse wijken, maar ook 'sociale' buurtapps worden steeds populairder. Hun focus ligt naast veiligheid met name op sociale cohesie en het verbeteren van contact tussen buren. De grootste initiatieven in Nederland zien de laatste drie jaar sterk stijgende gebruikersaantallen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Sjors Beukeboom
    “'Ik raak mijn enorme druivenoogst kwijt dankzij die buurtapp'” (Donderdag 27 september 2018, 12:07), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Sjors Beukeboom
    “Apps voor buurtcontacten in trek, 'zorgt voor gevoel van erbij horen'” (Woensdag 26 september 2018, 06:30), NOS