busroute

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·rou·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord busroute busrouten
busroutes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de busroutev / m

  1. de weg die een bus aflegt of van plan is af te leggen
     Boodschappen voor asielzoekers langs busroute Ter Apel: 'Alleen vertrek'[1]
     Met bloedende wenkbrauw en blauw oog toch je busroute afmaken[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Boodschappen voor asielzoekers langs busroute Ter Apel: 'Alleen vertrek'” (Maandag 6 mei 2019, 20:25), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Met bloedende wenkbrauw en blauw oog toch je busroute afmaken” (Dinsdag 5 april 2016, 08:57), NOS