buslichting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buslichting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bus·lich·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bus en lichting [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buslichting | buslichtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buslichting v
- leegmaken van de openbare brievenbus door het postbedrijf
- Zij beleefde twee wereldoorlogen, drieëneenhalfjaar Japanse internering, raakte al haar bezittingen kwijt en leefde daarna nog ruim een halve eeuw. Ook heeft zij allerlei dingen die in haar jeugd gangbaar waren zien verdwijnen, zoals huispersoneel, stoomtreinen en trapnaaimachines; paarden beheersten in haar jeugd het stadsbeeld, en er waren zes postbestellingen en zes buslichtingen per dag.[2]
Gangbaarheid
- Het woord buslichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buslichting" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Rudy Kousbroek 17 april 1999
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be