lichting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lich·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van lichten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichting | lichtingen |
verkleinwoord | lichtinkje | lichtinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- groep mensen die tegelijkertijd wordt opgeroepen voor iets, m.n. de militaire dienst
- Hij hoorde tot de lichting 1950-2
- het leegmaken van een brievenbus op straat
- De volgende lichting is om 18.00 uur
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lichting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be