burgerregering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerregering burgerregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de burgerregeringv

  1. (politiek) regering waarin burgers zitting hebben en dus geen militairen of aristocraten
     Uit de aantekeningen blijkt volgens de documentairemakers dat Kok vond dat Máxima's vader er niet bij kon zijn, omdat die deel had uitgemaakt van de burgerregering tijdens de Argentijnse dictatuur. Toen premier Kok dat vertelde aan koningin Beatrix en prins Willem-Alexander was die laatstgenoemde ontstemd. "Max van der Stoel noteert: Prins van Oranje boos", aldus documentairemaker Hans Hermans, die de aantekeningen heeft ingezien.[1]
     De staatsgreep op 25 oktober gebeurde namelijk een maand voor de machtsoverdracht aan een burgerregering, zoals was afgesproken in 2019.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Willem-Alexander dreigde troon op te geven vanwege kwestie-Zorreguieta'” (Maandag 31 januari 2022, 10:33), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Leger en partijen Sudan sluiten akkoord, Hamdok terug als premier” (Zondag 21 november 2021, 08:17), NOS