burgerbestaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  burgerbestaan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bur·ger·be·staan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  burger zn  en  bestaan zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	burgerbestaan
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het burgerbestaan o

1. een leven als eenvoudige, saaie burger (dus niet als iemand van adel, of militair of geestelijke)

   ▸ Ook houdt Kroos de toon licht, ondanks de serieuze thema's. "Het spervuur van grappen over haar ongemakkelijke burgerbestaan treft vrijwel altijd doel, terwijl ze ontroert met liedjes over opgroeien." De cabaretier was zelf niet in de zaal aanwezig en ontving de prijs via een videoboodschap.

   ▸ Op een boerderij in de buurt van het stadje Roldanillo, in het departement Valle del Cauca, worden Luis en een twintigtal andere oud-strijders klaargestoomd voor een burgerlijk bestaan. "Dit is veel beter", zegt hij nu. "Je hoeft je niet meer te verbergen, ik kan nu overal heengaan waar ik maar wil."

Gangbaarheid

• Het woord burgerbestaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.