bukskin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buk·skin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bukskin bukskins
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bukskino

  1. (textielindustrie) (geschiedenis) dik en sterk weefsel dat helemaal of voor een deel uit wol bestaat die gekeperd is geweven, samengeperst, wat geruwd en aan één kant geschoren; meestal gebruik voor herenkleding die slijtvast moet zijn
    • We memoreren dat er twee 'leersoorten' zijn die niet in onze indeling passen. Bergleder is geen leer, maar een in dikke platen voorkomende vorm van amicanthus — asbest. En wolleer of bukskin is echt een (sterk gekeperde) geweven wollen stof. [3]
Schrijfwijzen
Synoniemen

Gangbaarheid

13 % van de Nederlanders;
9 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen