buitenkomen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

koeien die nog buitenkomen
Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·ko·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

buitenkomen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
buitenkomen
kwam buiten
buitengekomen
klasse 4 volledig
  1. in de buitenlucht komen
    • Of een koe buitenkomt, hangt af van de boer. Kleine boeren laten hun melkkoeien vaker grazen dan grote bedrijven.[1] 
     Heel logisch, want ze denken allemaal dat ik een zonderling ben die nooit buitenkomt.[2]
  2. uit de gevangenis komen na een tijd gevangen gezeten te hebben
    • Masmeijer ziet de gevangenis als een soort commune. "Ze hebben tegen mij ook wel eens gezegd: 'In de gevangenis krijg je je eten, alles wordt voor je geregeld, en als je buitenkomt, ben je in de jungle'".[3] 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen