buitenbeugel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·beu·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en beugel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenbeugel | buitenbeugels |
verkleinwoord | buitenbeugeltje | buitenbeugeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de buitenbeugel m
- (medisch) gebitscorrectiehulpmiddel dat ook buiten de mond aanwezig is ook wel aangeduid als buitenboordmotor
Gangbaarheid
- Het woord 'buitenbeugel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.