bromsnor

Nederlands

bromsnor

Uitspraak

• Geluid:  bromsnor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brom·snor

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brommen ww  en  snor zn ; vernoemt naar een politieagent uit de televisieserie Swiebertje

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bromsnor	bromsnorren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bromsnor m

1. ouderwetse politieagent

   ▸ In een telefoongesprek met De Telegraaf werd dat door Bolt bevestigd. Die guerrillastrijders "kapten een weg door de begroeiing, en wij werden erachteraan getrokken. Maar zij lopen als berggeitjes en goedgetrainde commando's. Wij liepen als bromsnor. Dat was niet vol te houden."

   ▸ In het centrum kunnen bezoekers kennismaken met allerlei diensten op het gebied van veiligheid. Zo zijn er historische voertuigen te zien, het pak van Bromsnor uit Swiebertje en een goed gevulde wapenkluis.

Gangbaarheid

• Het woord bromsnor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.