brochure
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bro·chu·re
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vlugschrift’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1796 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brochure | brochures |
verkleinwoord | brochuretje | brochuretjes |
Zelfstandig naamwoord
- een boekje, veelal in gedrukte vorm, van geringe omvang
- Er zijn zelfs speciale agentschappen om hondenzaken waar te nemen. Bij bureau Animal Actors scheppen ze op over viervoetige cliënten met rollen in True Grit en No Country for Old Men. Agentschap Hollywood Paws heeft een brochure: How to Make Your Pet a Star.[2]
- ▸ Chantal keek nu met meer dan met een half oog naar de brochure die op zijn schoot lag.[3]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord brochure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brochure" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "brochure" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Diederik van Hoogstraten NRC 8 juni 2016
- ↑ Suzanne Vermeer
“All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be